Rechten

Rechten van ouders (of wettelijk vertegenwoordiger) en jeugdigen m.b.t. de verwijsindex

Recht op informatie en inzage


1. Ouders en jeugdigen hebben het recht een schriftelijk verzoek te doen bij het college van B&W van de eigen woonplaats om:

  • informatie te krijgen over de verwerking van zijn/haar persoonsgegevens; 
  • inzage te krijgen in zijn/haar persoonsgegevens die zijn verwerkt.


2. Het college van B&W reageert binnen vier weken op dit verzoek met minimaal de volgende informatie: 

  • het doel van de verwijsindex;
  • de gegevens die m.b.t. de jeugdige zijn verwerkt;
  • de namen van de convenantpartijen of van anderen aan wie deze gegevens zijn verstrekt; 
  • de herkomst van de gegevens;
  • indien de verzoeker dit wenst, informatie over het elektronische systeem van de geautomatiseerde gegevensverwerking.

3. Informatie en inzage kunnen alleen worden geweigerd, als dit noodzakelijk is in verband met: 

  • de bescherming van de belangen van de jeugdige of van de rechten en vrijheden van anderen; 
  • de veiligheid van de staat;
  • de voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten; 
  • gewichtige economische en financiële belangen van de staat en van andere openbare
    lichamen; 
  • het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften.


Recht op correctie

  1. Nadat de ouders of de jeugdige informatie uit het dossier heeft gehad, kan hij/zij het college van B&W verzoeken de gegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen voor zover deze gegevens onjuist, onvolledig of niet ter zake dienend zijn. 
  2. Het college van B&W reageert binnen vier weken na ontvangst van het verzoek schriftelijk en gemotiveerd.


Verzet

  1. De ouders of de jeugdige kunnen bij het college van B&W ten alle tijde verzet aantekenen tegen de verwerking van zijn/haar persoonsgegevens in de verwijsindex in verband met zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden.
  2. Het college van B&W geeft binnen vier weken een gemotiveerd oordeel of het verzet gerechtvaardigd is.


Uitoefening van de rechten door de jeugdige en zijn wettelijk vertegenwoordiger

  1. De rechten zoals hier boven beschreven worden uitgeoefend: 
  • indien de jeugdige nog geen 12 jaar oud is, door zijn/haar ouder of andere wettelijk vertegenwoordiger; 
  • indien de jeugdige al wel 12 maar nog geen 16 jaar oud is, door de jeugdige én de ouder of andere wettelijk vertegenwoordiger gezamenlijk; 
  • door de jeugdige zelf indien hij/zij 16 jaar of ouder is.